dinsdag 18 maart 2014

Geluksklaver en lenteklokjes





Deze geluksklaver ontwaakt telkenjare opnieuw en komt dan gezwind bovengronds in onze grote pot uit terracotta. Uit de knolletjes komen vlezige rode stengeltjes die zich een weg banen naar het lentelicht. Na een paar dagen ontrollen de blaadjes zich aan de top van de stengels. Als het dag wordt ontvouwen de vier deelblaadjes zich, om 's avonds weer op zichzelf te plooien. Voorwaar een vrolijkmakende telg van het plantengeslacht oxalis.
Dit knolgewasje heeft echter niets te maken met de klaversoort van onze zoektochten naar het zeldzame klavertjevier. De witte klaver, de trifolium,(wat wil zeggen drieblad) plant zich immers voort door middel van zaden en vormt geen knolletjes of bolletjes. Heel zelden is er bij witte klaver een afwijkend klaverblad, met vier deelblaadjes, dus eigenlijk een quadrifolium. En heel heel zelden zijn er ook eens vijf of meer. Iedereen heeft wellicht ooit wel eens gezocht in de velden of langs bermen naar dat zeldzame klavertjevier, omdat het vinden ervan geluk zou brengen. De vier deelblaadjes staan vanouds voor hoop, vertrouwen, liefde en geluk.

Deze gecultiveerde geluksklaver in de pot lijkt er goed op, op de klavertjevieren van de velden en de weiden. Oxalis is een plantje dat goed gedijt binnenshuis, en daarom brengt men het al een hele poos op de markt. Mensen halen graag een plantje in huis dat staat voor geluk en voorspoed.

'De commerce' is heel vindingrijk. 
Zo vond ik onlangs ook het lenteklokje in een tuincentrum. Sneeuwklokjes zijn erg 'in' de laatste jaren, nu voert men dus ook het lenteklokje ten tonele, dat er inderdaad goed op lijkt, maar dat bloeit van april tot juni. Erg mooi, met de naam 'Summer Twinkle'. Zomers gefonkel verzekerd.




zaterdag 15 maart 2014

Pica pica en pica





Na de overdaad van stralend blauwe luchten deed het goed om vanmorgen weer eens wolken te zien. Ook al zagen ze er nogal dreigend uit. 

De ekster zit er omzeggens elke morgen, in de top van die hoge boom. ( met even inzoomen ontdek je hem wel) Het moet heerlijk zijn daar op uitkijk te zitten, alles te kunnen overzien. Binnenkort zal hij er samen met zijn vrouwtje een nest bouwen, in de vork van een van de hoogste takken, net als de vorige jaren. 
Jammer genoeg maakt het eksterpaar ook veel lawaai, het gekras en gekraai horen we de laatste weken al voor de wekker afloopt.

Zijn wetenschappelijke naam: 'pica pica' heb ik altijd leuk gevonden. Ook zijn gescharrel, dat me doet denken aan dat van een kip. Het is een omnivoor. Daarin lijkt hij dan weer op de mens.
Pica, de term die men gebruikt voor de afwijking waarbij mensen allerlei spulletjes gaan eten, die  in principe 'oneetbaar' zijn en doorgaans niet verondersteld worden gegeten te worden, omdat dat ongezond of onwelgevoeglijk is, is afgeleid van de pica pica. Omdat een ekster omzeggens alles eet. Iedereen kent de verhalen over eksters die blinkende voorwerpen 'pikken' en 'stelen'. Nieuwsgierig als ze zijn, gaan ze stukjes metaal en glinsterende steentjes oppikken en 'ontvoeren' naar hun nest. Opeten doen ze die echter niet, ze vertonen zelf geen pica.